ALTERNATIEVE SPELREGELS KWARTETSPEL
Voorbereiding:
Schud de kaarten goed en geef iedere speler 5 kaarten. Neem de kaarten op je hand en laat ze niet aan de andere spelers zien. Leg de overige kaarten verspreid in het midden van de tafel met de speelzijde naar beneden.
Spelverloop:
Een willekeurige speler begint het spel. Als je aan de beurt bent, vraag je aan een andere speler een kaart of kaarten die je niet hebt. Je vraagt naar de kaarten van een bepaald kwartet en niet naar een specifieke kaart. Dit moet wel een kwartet zijn waarvan je zelf al minimal één kaart hebt. Heeft de speler één of meerdere kaarten van dit kwartet dan moet hij deze afgeven en mag je doorgaan met kaarten vragen aan dezelfde of andere speler. Als je een setje hebt van vier kaarten hebt, roep je ‘Kwartet’ en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan neem je een kaart van de trekstapel op tafel en is je beurt voorbij. De speler aan wie je de laatste kaart vroeg is dan aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn. De speler met de meeste kwartetten wint.
Als je het kwartet speelt in kader van psycho-educatie, kan je na ieder behaald kwartet, stilstaan bij de verschillende kenmerken en het gesprek hierover aangaan met het kind en/of ouders.